Het achterhuis

Op 5 juli 1942 krijgt de zus van Anne, Margot Frank, een brief dat ze moet gaan werken in Duitsland. 

In de weken na haar verjaardag schrijft Anne Frank  in haar dagboek: over haar klasgenoten, over de jongens, over de rapporten... Op 3 juli 1942 krijgt ze haar eerste rapport op het Joods Lyceum. Anne is zelf niet ontevreden, ze heeft alleen een onvoldoende voor algebra. Haar ouders maken zich volgens Anne niet zo druk om haar rapport. Ze willen alleen dat ze gezond is. Eindelijk begint de zomervakantie. Op zaterdag gaat Anne met wat vrienden op stap, naar IJssalon Oase, een van de weinige plekken waar Joden nog mogen komen.

De volgende middag ligt Anne in de zon te lezen, als er om drie uur aangebeld wordt. Het is de postbode met een kaart voor Margot. Zij moet zich melden om in Duitsland in een werkkamp voor de nazi’s te gaan werken. De oproep komt niet onverwacht. Als Margot zich niet meldt, wordt het hele gezin opgepakt. Ze bedenken zich niet, en duiken onder in ´het achterhuis´

De volgende ochtend vroeg vertrekt Margot als eerste. Zij fietst samen met Miep naar de schuilplaats. Een half uur later vertrekken Otto, Edith en Anne Frank. Zij hebben zoveel mogelijk kleren aangetrokken en elk een tas met spullen bij zich. In de stromende regen lopen zij naar de Prinsengracht.

Anne neemt natuurlijk haar dagboek mee. Later zal zij terugkijken en in haar dagboek schrijven: 'De onbezorgde kommerloze schooltijd komt nooit meer terug'.

Het was een perfecte schuilplaats, achter de boekenkast, was een trap die naar boven liep, naar de kamer (Het Achterhuis)

Heel erg lang zaten ze daar, namelijk van 1942 tot 1944. Vrienden van de familie Frank moesten voedsel meenemen, want als ze naar buiten gingen, zouden ze opgepakt worden. Allemaal met de gedachte dat ze opgepakt zouden worden.